Boekbespreking Lukas de Jood

Voor u gelezen - Albert Althuis - 1985
VGL-Bulletin, Orgaan van de Vereniging van Godsdienst-leerkrachten, jrg. 11 nr. 2 (juni)

In het hieronder volgende wil ik u graag laten weten waarom ik denk dat een aantal boeken die ik las indirekt of direkt voor onszelf en ons vak van belang kunnen zijn. Ik noem niet alleen titel en schrijver(s) maar maak ook enkele opmerkingen. Dit om te verklaren waarom ik denk dat ze op de een of andere manier te gebruiken zijn.
Graag wil ik beginnen met 'Lukas , de Jood' , geschreven door Will J. Barnard en Peter van 't Riet (uitg. Kok Kampen).

In dit bijzonder helder geschreven boek, het taalgebruik is zonder meer geschikt voor leerlingen uit de hogere klassen van het voortgezte onderwijs, wil men duidelijk maken dat de schrijver van het evangelie van Lukas en Handelingen niet een heiden-christen is geweest maar een jood was. Een boeiende verkenning van de sociale en culturele situatie van de tijd rondom het ontstaan van deze boeken, brengt de schrijvers tot de conclusie dat Lukas een jood uit de diaspora was die schreef voor een publiek buiten Israël. Hij was een bijzonder ontwikkeld man die veel oudtenstamentisch materiaal in zijn boeken verwerkte. Op zichzelf is deze visie al vermeldenswaard maar daar blijft het niet bij.

Ze stellen dat 'deze vroeg-christelijke boeken tot een joodse vorm van literatuur behoren, die men het best kan omschrijven met de hebreeuwse term 'midrasj'. Daarmee werd (en wordt) bedoeld 'een transformatie van de historie tot bijbelse geschiedenis'. Dat wil zeggen 'niet wat er werkelijk gebeurd is, maar wat er had moeten gebeuren met het oog op een beter geloofsinzicht vormt de inhoud van de midrasj'. Hierbij moeten we in gedachten houden dat de midrasj een didaktische bedoeling heeft. 'Het verhaal wordt verteld om het publiek te brengen tot een bepaald inzicht in eigen levenssituatie'. 'Als de rabbijnen spreken over het verleden dan zijn hun ogen gericht op het heden'.

Op deze wijze (want Lukas was een jood) 'kruipen' de schrijvers vervolgens door de boeken van Lukas. Als vanzelf komen ze dan bij het doel van de schrijver. Daarover wordt o. a. het volgende gezegd: "gelezen als midrasj levert de geografie van het evangelie van Lukas een konsekwent betoog op voor een geweldloos streven naar de verlossing van Israël uit de hand der Romeinen."

Als sleutel voor de gedachte van de geweldloosheid zien de schrijvers van dit boek de koninkrijk-Godsgedachte waarvoor Jezus zijn grondslag vindt in Deuteronomium. Men eindigt dan als volgt: "We vinden in Handelingen de voortzetting van de ant-zelotische polemiek, die Lucas in zijn evangelie voert. De geweldloze weg van Jezus is er niet een van onderworpenheid aan Rome. Geweldloosheid laat de onderdrukking van Israël niet voor wat ze is. De weg van Jezus naar Jeruzalem geeft weliswaar het einddoel aan, maar heeft zijn voortzetting in de diaspora. Door de bekering der heidenen en speciaal de Romeinen zullen Israël en Jeruzalem moeten worden bevrijd."

Naar mijn inzicht is de belangrijkste vraag die dit boek aan ons stelt niet of Lukas een jood was, maar of zijn boeken geschreven zijn als midrasj. Natuurlijk weet ik dat deze beide elementen met elkaar samenhangen, maar met de klemtoon op het midrasj-karakter komen we pas bij de wezenlijke vraag, n.l. of we de nieuwtestamentische boeken niet veel meer zouden moeten lezen vanuit de Joods-christelijke gedachtenwereld dan vanuit het denkklimaat waardoor wij sindsdien zo gevormd zijn, de Grieks-Romeinse.

Dit boek kan ons helpen de eenheid tussen Oude en Nieuwe Testament opnieuw te bezien. Daarnaast wordt ons veel geboden om ook met de leerlingen over door te denken. Ik geef een voorbeeld: Leerlingen vragen nog wel eens "hoe moeten we de Bijbel lezen", ze bedoelen dan "wat is eigenlijk letterlijk en wat is figuurlijk." Als antwoord op deze in belangrijkheid toenemende vraag zou men uit dit boek b.v. kunnen bespreken de vergelijking van het reisverslag bij Marcus en bij Lukas (met kaartjes). We kunnen dan ook gemakkelijk nog even verder lezen en de deuteronomistische achtergronden van dit reisverslag mee gaan denken. Op zijn minst laten we hiermee aan de leerlingen zien dat het in de Bijbel om méér gaat dan wat er bij eerste lezing staat.

Helaas mis ik een tekstregister, dit zou het werken met dit boek ten goede kunnen komen. Want er moet mee gewerkt worden, ook kritisch. De rol van de 'wij-verhalen' en die van de 'grosze Lücke' (verhalen van Marcus die Lukas niet overneemt) in het kader van Lukas' betoog, moeten b.v. kritisch worden nagegaan. Ook al ben ik geen direkte volger van de Amsterdamse school (waaruit dit boek stamt), toch loop ik ook niet met hen mee die alles wat daar vandaan komt meteen afwijzen.

[Daarna volgen besprekingen van andere boeken].


This is the website of Peter van 't Riet