Bijbeluitleg

Veertig dagen in de woestijn (Lukas 4:1; Matteüs 4:2) - Peter van 't Riet - 2024
Artikel

Het getal 40 kan in bijbelverhalen verschillende functies hebben. Vaak gaat het dan om een overgangsperiode die een voorgaande periode afsluit en waarna een nieuwe periode met meer kennis van zaken of bekwaamheid begint.

De eerste keer komen we het getal 40 tegen in de verhalen over de zondvloed, als de slagregens 40 dagen en 40 nachten over de aarde zijn (Genesis 7:4, 12, 17.). Een andere verhalenserie waarin 40 een belangrijke rol speelt, is die van de tocht van de Israëlieten door de woestijn.[1] Deze tocht volgt op een verblijf van 10 x 40 = 400 jaar in het land Eguote (Mitsrajiem), het land der verdrukking (Genesis 15:13). Ook de profeet Elia verblijft 40 dagen in de woestijn als hij gevlucht is voor koningin Izebel, de echtgenote van koning Achab, die Israël haar Foenicische Baäl-godsdienst probeert op te dringen (1 Koningen 19:8).

Overgangstijd
Deze voorbeelden laten zien dat een periode van 40 dagen of jaren vaak een tijd van onrecht en verdrukking afsluit. Daarom is er aan het getal 40 ook een andere kant. Het is niet alleen een periode van afsluiting van het kwaad, het gaat ook om de voorbereiding op een nieuwe en betere situatie. In de zondvloed wordt de wereld schoongewassen van het onrecht dat de generaties tot aan Noach over de wereld gebracht hebben. Er kan daarna een nieuw begin worden gemaakt: een nieuwe wereld komt uit de wateren tevoorschijn.

De 40 jaren van Israël in de woestijn sluiten een periode van slavernij af en bereiden Israël voor op een nieuw bestaan als een vrij volk in het land Kanaän. En ook Elia moet in de woestijn in 40 dagen tijd zijn angst voor de wrede vorstin Izebel leren overwinnen. Hij krijgt daarna een nieuwe taak, die uiteindelijk tot de ondergang van het koningshuis van Achab zal leiden.

Leertijd
We zien dat 40 dagen of 40 jaren vooral een overgangstijd is, bedoeld als voorbereiding op een nieuw bestaan. Daarom heeft zo'n periode ook vaak het karakter van een proeftijd of een leertijd. De 40 jaren van Israël in de woestijn is bij uitstek een leerschool voor het volk. Het volk moet leren volgens Gods aanwijzingen (mitswot) te leven. En bij leren behoren ook proeven, waarvoor men kan zakken of slagen. Na het zakken voor een proef volgt dan een nieuw leerproces, een nieuwe poging om met God in goede verstandhouding te leven.

Ook Elia moet in de woestijn leren dat de God van Israël in wezen geen God is van gewelddadige verschijnselen zoals wind, aardbeving en vuur, maar dat Hij een God is van het suizen van een zachte koelte (1 Koningen 19:11-13). Uiteindelijk is het Hem te doen om een paradijselijke wereld zonder geweld en onderdrukking (vergelijk de avondkoelte in Genesis 3:8), ook al is het gebruik van geweld niet altijd te vermijden op de weg daarheen. Zelfs een grote profeet als Elia moet dat steeds weer opnieuw leren. 

Zo'n proefperiode of leerschool zien we ook in het verhaal over Jezus, die 40 dagen in de woestijn beproefd wordt voorafgaand aan zijn openbare optreden (Markus 1:13; Matteüs 4:2; Lukas 4:1). Drie keer buigt hij zich met de satan over de Schriften om er achter te komen welke weg God wil dat hij zal gaan. Drie keer vindt hij het antwoord in de Tora, in het boek Deuteronomium.

Een tijd waarvan te leren valt
Het getal 40 laat ons nog andere kanten zien. Het is opvallend dat de beste koningen van Israël en Juda - David, Salomo en Joas - 40 jaar geregeerd hebben.[2] Of dat werkelijk historisch ook zo was? Dat zou wel heel toevallig zijn! Het doet er ook niet toe. De bijbelschrijvers schrijven 40 jaren om te zeggen: als je wilt leren hoe een koning moet zijn, kijk dan naar David, Salomo en Joas. Van hen kun je dat leren! Ook hier heeft 40 betrekking op de leerschool, een leerschool in koningschap.

Mozes, die de personificatie van de Tora is, werd 3 x 40 = 120 jaar oud (Deuteronomium 31:2). Ook van grote rabbijnen zoals Hillel, Rabban Jochanan ben Zakkai en Rabbi Akiva zegt de Midrasj dat zij 120 jaar oud werden. Van hen kun je drie keer zoveel leren als van de anderen!

Leren in elke generatie
Het is wellicht vanwege deze verbinding tussen het getal 40 en het belang van leren, dat in de bijbels-joodse traditie 40 jaren de tijd is van een mensengeneratie (zie bijv. Numeri 32:13). Elke generatie behoort van het begin tot het einde een leerschool te zijn. Leren is niet alleen een individuele aangelegenheid. Elk mens in elke generatie dient aan dit leerproces deel te nemen, individueel en samen met anderen. En leren wil altijd zeggen: nieuwe wegen vinden, wegen waarlangs men eerder niet ging, maar die nog beter naar Gods koningschap over deze aarde leiden dan de oude, beproefde paden van vroeger.

Noten
[1] Exodus 16:35; 24:18; 34:28; Numeri 13:25; 14:33-34; Deuteronomium 2:7; 8:2, 4; 9:9, 11, 18; 29:5: Jozua 5:6.
[2] 2 Samuël 5:4; 1 Koningen 11:42; 2 Koningen 12:1.

Dit artikel werd in enigszins andere vorm eerder gepubliceerd in: Judaica Bulletin 18 nr. 2, januari 2005.


This is the website of Peter van 't Riet