Boekrecensie

Boekbespreking Lukas versus Matteüs - Wim Reedijk - 2005
Interpretatie, Tijdschrift voor bijbelse theologie (oktobernummer)

De auteur hekelt de evangeliënharmonie die de kerk vanouds hanteerde. Volgens hem spreken Lucas en Matteüs elkaar juist tegen. Voor Matteüs is Jezus een leraar, Lucas houdt hem voor een profeet. Matteüs modelleert Jezus achtereenvolgens als de lerende Mozes en de lijdende David; Lucas tekent hem juist naar de strijdvaardige Jozua en de sociaal bewogen Elia. Voor beiden is Jezus niet de goddelijke Messias die de kerk van hem maakte, maar een jood die het Messiaanse tijdperk inluidde. Dit is de centrale these van het boek.

In de eerste hoofdstukken wordt het wetenschappelijke bijbelonderzoek beschreven en bekritiseerd. Met de gangbare hypothese dat beide evangelisten naast Marcus een andere tekst gebruikten, namelijk Q, rekent Van 't Riet af. Hij verklaart de woordelijke overeenkomsten uit het feit dat Lucas Matteüs omwerkte. Daarna volgt een uiteenzetting over de midrasj-benadering waarbij evangelieperikopen uitsluitend verklaard moeten worden uit een episode uit Tenach.

Het boek is onderhoudend en, afgezien van de kribbige opmerkingen over dé bijbelwetenschappers die het boek nodeloos ontsieren, zeker leerrijk. De auteur onderbouwt heel overtuigend dat Johannes de Doper bij Matteüs nog Elia is, terwijl Lucas alle verwijzingen naar Elia schrapt. Bij hem is Jezus de nieuwe Elia. Helaas is Van 't Riet's bewijsvoering niet overal zo overtuigend. Hij ziet voortdurend 'opmerkelijke parallellen'. Van vele parallellen waren we echter allang op de hoogte, terwijl andere nogal twijfelachtig zijn, sommige ongelijksoortig, een enkele zelfs inconsequent. Een voorbeeld van een dubieuze parallel is Lucas 7 als midrasj van Jozua 9 (pag. 195). De strekking van het verhaal van de honderdman, die Jezus' hulp inroept, is zo totaal verschillend van die van de Gibeonieten, die zich met een list bij Jozua aandienen, dat ze eerder elkaars antipode zijn. Een voorbeeld van een ongelijksoortige parallel is dat Van 't Riet gelijk heeft dat Matteüs Jezus als David portretteert, maar aan het slot van zijn evangelie niet Jezus maar uitgerekend Pilatus David laat zijn (pag. 221). De fout die Van 't Riet echter maakt, is dat hij geen kwalitatief onderscheid maakt in de aard van de parallel. De parallel Jezus-David is van een andere orde dan de parallel Pilatus-David [1]. Inconsequent is Van 't Riet's behandeling van de kindermoord in Bethlehem. Op pag. 206 laat hij deze als een David-midrasj (1 Sam. 16 - 2 Sam. 2) gecomponeerd zijn, terwijl hij eerder op pag. 145 dezelfde massamoord juist als een Mozes-midrasj op Exodus 1 terugvoerde [2]. Kortom, Van 't Riet zal zijn midrasj-benadering methodologisch grondig moeten herzien, en in haar toepassing meer precisie moeten betrachten. Met alle kritiek die ik heb, gun ik het de auteur niettemin dat zijn boek in de christologische discussie meegenomen wordt, want inzicht in de joodse afkomst van Jezus is voor de kerk van vitaal belang.

Reactie van de auteur:

[1] De parallel ligt in de midrasj niet in de eerste plaats op persoonsniveau, maar op thematisch-functioneel niveau. Op pag. 221 heb ik juist duidelijk proberen te maken dat als de rol of functie van de hoofdpersonen verwisselt, het midrasj-verhaal een omwisseling van personen te zien kan geven.
[2] Ik zie niet in waarom Matteüs in het midrasj-verhaal over de jongensmoord in Bethlehem niet beide Tenach-achtergronden verwerkt zou kunnen hebben.


This is the website of Peter van 't Riet