Boekbespreking

Boekbespreking Zonder Tora leest niemand wel - Marc Vervenne - 1988
Praktische Theologie jrg. 1988 nr. 5

Dit boek wil aantonen dat kennis van de joodse achtergrond noodzakelijke voorwaarde is voor een juist verstaan van de evangeliën. De auteurs betogen met name dat de synoptische evangeliën (Matteüs/Markus/Lukus) door en door joodse geschriften zijn. Met deze suggestieve en uitdagende stelling zitten zij volkomen op de lijn van hun eerder verschenen werk 'Lucas de Jood' (1984), waarin zij tegen de gangbare opvatting in argumenteren dat de evangelist Lukas geen Griek maar een jood was (zie Praktische Theologie 1985, blz. 317).

In de eerste vier hoofdstukken van onderhavig hoek dragen Barnard en Van 't Riet stellingen aan omtrent het joodse karakter van de synoptische evangeliën: 1. De evangeliën zijn geschreven in een Grieks dat sterk bepaald is door het Hebreeuws. - 2. De evangeliën maken deel uit van een omvangrijke joodse literatuur (Tenach, d.i. het Hebreeuwse 'Oude Testament'; Septuagint, d.i. de belangrijkste Griekse vertaling van het Oude Testament; Targurnim, dat zijn de Arameese vertalingen van het Oude Testament; apokriefen, dat zijn niet-canonieke boeken; mondelinge traditie), - 3. De evangeliën getuigen van het joodse leven. - 4. Men moet de evangeliën lezen als midrasj, d.i. als verbindende schakel tussen Tenach en het leven van de verteller en zijn gehoor (109).

Vanuit de overweging dat de evangeliën moeten worden opgevat als midrasj, formuleren de schrijvers een eigen visie op het synoptische probleem. Volgens hen heeft Matteüs het evangelie van Markus herschreven, en is Lukas afhankelijk van de evangeliën van Markus en Matteüs. Een bron Q is dan niet nodig. Deze stelling mag misschien wel de gangbare tweebronnentheorie (Mat. en Luk. hebben onafhankelijk van elkaar geput uit Mark. en de 'Quelle') doen verbleken (135), mij overtuigt ze helemaal niet. Het feit dat op basis van het onderzoek naar één enkele perikoop (de beproeving van Jezus in de woestijn: Mk 1,12-13 en parallellen in Mat. en Luk.) uitspraken worden gedaan voor het geheel van de synoptische evangeliën is bovendien zeer aanvechtbaar.

De twee laatste hoofdstukken behandelen achtereenvolgens de scheiding van jodendom en christendom onder invloed van het Grieks-Romeinse denken, en de groeiende toenadering van christenen tot het jodendom in de huidige tijd.

Een boeiend en somtijds revelerend boek, dat niettemin op tal van punten eerder een 'oratio pro domo' lijkt dan een stevig onderbouwde studie.


This is the website of Peter van 't Riet