Boekbespreking

Boekbespreking Zonder Tora leest niemand wel - Recensent onbekend - 1986
Nederlands Dagblad (5 november)

Zonder Tora leest niemand wel. Onder deze titel verscheen onlangs een boek over de joodse achtergronden van de evangeliën van de hand van Will Barnard en Peter van 't Riet. Zij deden eerder heel wat theologisch stof opwaaien met het boek 'Lukas, de jood', waarin zij de stelling verdedigen dat Lukas geen Griek was, zoals algemeen aangenomen wordt, maar een jood. Dit boek is er in zekere zin een vervolg op.

Nu komen Matteüs, Marcus en Lucas aan bod, om aan te tonen dat je de evangeliën niet kunt lezen zonder de achtergrond van het Oude Testament (Tenach) en dan vooral de Tora (vijf boeken van Mozes). Vandaar de titel van het boek. die (lijkt me) niet bewust (*)  herinneringen wil oproepen aan Kuiterts 'Zonder geloof vaart niemand wel'.

De schrijvers wijzen keer op keer op overeenkomsten tussen de evangeliën en de Tora. Hun stelling is dat de evangelisten de stijl van de midrasjiem gebruiken, d.W.Z. een joodse verteltrant, waarbij de historiciteit van het verhaal er minder toe doet en het vooral om de bedoeling, de boodschap ervan gaat. Om een voorbeeld uit het boek te geven: Matteüs vermeldt de kindermoord van Betlehem duidelijk met herinnering aan de kindermoord in Egypte t.t.v. Mozes' geboorte (Ex. 1). Zo worden Mozes en Jezus op één lijn gesteld (de boodschap), maar dat staat volgens de schrijvers los van de vraag of de kindermoord te Betlehem werkelijk heeft plaatsgevonden. Dat ZOul twijfelachtig zijn, omdat er geen buiten-bijbelse getuigenissen van zijn. Alsof de evangeliën zelf geen betrouwbaar getuigenis geven! Bovendien roept dit de vraag op, of de kindermoord in Egypte dan wel historisch vaststaat. Aan de evangeliën wordt in dit boek weinig gezag toegekend. Inspiratie past niet in het beeld, dat de schrijvers van het ontstaan van het N.T. hebben.

In hun visie op de evangeliën gaat er trouwens meer nogal vlot aan de kant, bijv. ook de maagdelijke geboorte van Christus en zijn hemelvaart. Wat het laatste betreft, het verhaal daarvan legt verband met de persoon van Elia. En in het kader van een 'heroriëntatie van christenen op het Jodendom' worden de godheid van Jezus en van de Heilige Geest afgedaan als Grieks-georiënteerde (latere) theologie van de kerk.

Op zichzelf is de joodse achergrond van het. N.T. best meer aandacht waard. De schrijvers zeggen op onderdelen ook wel goede dingen daarover, bijv. over het Hebreeuws als taal met een heel eigen karakter (wat in het N.T. zeker nog doorwerkt). Maar waar het in dit boek toe leidt, is m.i. geen beter verstaan van het geheel van de Schrift. Daarom kan ik dit boek dan ook niet aanbevelen als gids voor verdere bestudering van dit terrein.

Maar dat erop gestudeerd moet worden, lijkt me wel duidelijk Dat zal ons geen 'joodse christologie' moeten brengen, zoals in het eerstbcsproken boek C.J. den Heyer er een schets van geeft, maar wel een beter verstaan van de Schrift in al haar delen, óók van de persoon en het werk van Jezus de Christus. Zijn
joodse afkomst zullen we niet mogen negeren, maar evenmin zijn goddelijke afkomst.
Te wensen is, dat kerk en theologie daaraan vasthouden en van de studie op dit vlak de goede vruchten plukken.

(*) Noot van de Peter van 't Riet: Dit is voor zo ver ik weet de enige recensie waarin deze link wordt gelegd. De recensent drukt zich niet heel duidelijk uit. "Niet bewust herinneringen willen oproepen" klinkt nogal tegenstrijdig. De link met Kuiterts boek is indertijd wel degelijk bewust aangebracht, zoals men ook uit enkele zinnen in het Voorwoord kan opmaken.


This is the website of Peter van 't Riet