Vraag&Antwoord

Derde tempel (2) - Peter van 't Riet - 2016
Welke argumenten zijn er dat Ezechiël 40-42 niet over de derde tempel zou gaan?

Vraag : In het orthodoxe jodendom worden de hoofdstukken 40-42 van het profetenboek Ezechiël in het algemeen opgevat als wijzend op de derde tempel. Maimonides had deze interpretatie bijvoorbeeld ook. Bij Derde tempel (1) gaf je aan dat de beschrijving in Ezechiël meer lijkt op die van de Babylonische tempelgebouwen in de tijd van de ballingschap. Welke argumenten zijn er dat het niet om de derde tempel zou gaan in de betreffende hoofdstukken van Ezechiël?

Antwoord : Dat de latere rabbijnen in het tempelvisioen van Ezechiël de zogenaamde derde tempel gingen zien is begrijpelijk. Na de verwoesting van de tweede tempel in 70 CJ ging Eziechiëls bouwplan op den duur dezelfde rol vervullen die het in zijn eigen tijd vervuld had, te weten het verlangen naar een nieuwe tempel in stand houden door er een concreet beeld van te schetsen. Maar na de Babylonische ballingschap zijn er geen aanwijzingen dat men de tweede tempel probeerde te herbouwen volgens Ezechiëls bouwplan. In het boek Ezechiël is ook nergens een opdracht te vinden om de door hem geziene tempel werkelijk te bouwen. De beschrijving is bovendien niet altijd even exact, zodat veel details nader zouden moeten worden uitgewerkt. Verder bestond na de Babylonische ballingschap de idee van een derde tempel helemaal niet. Bovendien is er best nog wel discussie geweest onder de rabbijnen of Ezechiël tot de canon van Tenach moest behoren. Sommige van zijn voorschriften zijn namelijk in strijd met voorschriften uit de Tora.

Dat het tempelcomplex van Ezechiël meer weg heeft van een Babylonisch tempelcomplex dan van de tempel van Salomo blijkt uit een aantal zaken. Ezechiëls tempel stond op een "zeer hoge berg" (40:2). Dit is een uitdrukking die elders in de Bijbel als tegenhanger geldt voor de hoge toren van Babel, die in werkelijkheid een tempeltoren was. De stad die hij vervolgens waarneemt heeft het karakter van een tempelstad. Dat is een door muren en poorten afgegrensd gedeelte van een Mesopotamische stad dat het tempelcomplex vormde. In Babel stond daarin de bekende zikkoerat, de tempeltoren die het paleis van de oppergod Mardoek vormde. Het complex zoals Ezechiël het beschrijft is vervolgens omgeven door dikke muren met veel poorten. Er is een binnenste en een buitenste voorhof, er zijn buiten- en binnenmuren, buiten- en binnenpoorten. Er zijn allerlei bijvertrekken en het complex loopt naar binnen toe trapvormig op. Al deze kenmerken zijn niet bekend van de tempel van Salomo, maar lijken sterk op de tempelcomplexen zoals die bestonden in Babylon en andere Mesopotamische steden.

Mijn interpretatie van Ezechiëls visioen is daarom dat de Joden in Babel zich niet door de imposante tempelcomplexen aldaar moesten laten imponeren, maar erop blijven vertrouwen dat er ooit weer een tijd zou komen waarin zij zelf over een tempel voor de Eeuwige zouden beschikken, ongeacht hoe die er verder uit zou zien. Het ging bij Israëls tempel immers niet om de stenen en om het goud, maar om de oprechte omgang met de Eeuwige. En die kon na de ballingschap ook beleefd worden binnen een schamel gebouwcomplex zonder opsmuk.


This is the website of Peter van 't Riet