Vraag&Antwoord

Vergeving (1) - Peter van 't Riet - 2015
Is Jezus gestorven voor onze zonden of kunnen we dat anders zien?

Vraag: Is Jezus gestorven voor onze zonden en zijn als we dat geloven daarmee onze zonden vergeven? Of betekent deze uitdrukking iets anders?

Antwoord : Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst helder hebben wat 'zonde' betekent. In de Hebreeuwse gedachtewereld van het Aramees-sprekende jodendom waartoe Jezus behoorde, was zonde geen eigenschap van de mens (zoals in het latere christendom), maar een kenmerk van gedrag, te weten gedrag dat ingaat tegen de Tora. Je kunt het woord 'zonde' misschien beter vertalen met 'misdraging'. Elk mens is zelf verantwoordelijk voor zijn/haar misdragingen. Tora en joodse traditie wijzen wegen hoe mensen hun misdragingen weer kunnen herstellen (goed maken), eerst tegenover de medemensen en vervolgens tegenover God. Tussen mens en God staat geen middelaar of verlosser, maar wel een verzoeningsproces dat mensen zelf moeten uitvoeren. De rol die een middelaar of een verlosser daarbij eventueel kan spelen, is iemand van zijn misdragingen bewust te maken en op te wekken weer in overeenstemming met de Tora te gaan leven. Wie zo'n omkering/bekering doet, kan erop rekenen dat zijn zonden door God vergeven worden. De vergeving vindt echter plaats, niet om wat een middelaar of verlosser heeft gedaan, maar omdat de zondaar zelf zijn gedrag heeft veranderd. En dit is de wijze waarop we deze dingen tegenkomen in de evangeliën.

Heel anders is de betekenis van 'zonde' bij Paulus. Zonde wordt in zijn brieven vaak gepersonificeerd als een kwade macht die over mensen heerst en de dood teweeg brengt (bijv. Romeinen 5:21). Er is in zijn ogen maar één manier om je nog in dit leven aan de zonde te onttrekken en dat is door kennis van Christus aan te nemen. Zijn redenering in Romeinen 5 en 6 is als volgt: De zonde heerst alleen over een mens tijdens zijn/haar aardse leven. Zodra iemand gestorven is, heeft de zonde geen vat meer op hem/haar. Dat geldt ook voor Christus die door zijn dood vrij is geworden van de macht van de zonde en nu door zijn opstanding zonder zonde leeft voor God. Een mens die in Christus' dood en opstanding gelooft, krijgt door de doop deel aan Christus' dood en opstanding en is daarmee ook voor de zonde gestorven en opgewekt voor een nieuw leven. De zonde heeft geen vat meer op hem. Dat is wat Paulus bedoelt met "Christus is gestorven voor (ten behoeve van) onze zonden" (1 Korintiërs 15:3).

Bij Paulus bevinden we ons in een totaal andere religieuze sfeer dan bij Jezus en de evangelisten. Paulus is een typische vertegenwoordiger van het hellenistische jodendom en sterk beïnvloed door opvattingen uit de platonistische filosofie. Waar Jezus en de evangelisten uitgaan van de Tora als weg van verzoening, heeft Paulus de Tora in dat opzicht terzijde geschoven. In plaats van 'zonde' als gedragseigenschap waarvoor een mens zelf verantwoordelijk is, is 'zonde' bij hem een bovenmenselijke macht, die door een goddelijke ingreep onschadelijk gemaakt moet worden. Voor christenen ligt hier een dilemma. Kiezen zij voor de religieuze gedachtewereld van de evangeliën of voor die van Paulus? Voor mij staat vast dat de evangelisten in religieus opzicht dichter bij Jezus stonden dan Paulus.

De uitdrukking "Jezus is gestorven voor onze zonden" kan ik alleen nog van een zinvolle betekenis voorzien als we die als volgt uitleggen: Door consequent te leven volgens de Tora en daarbij vervolging en gedood worden door zijn tegenstanders niet te ontvluchten, is Jezus een inspirerend voorbeeld voor ons geworden om de Tora een serieuze plaats te geven in ons leven en ons zo voor misdragingen/zonden te behoeden. Het metafysische Christusbeeld van Paulus kunnen we dan bijzetten in de geschiedenis van het christendom.


This is the website of Peter van 't Riet