Artikelen - Tenach

De onderwijzing van Mosje - Peter van 't Riet - 1995
Boekbespreking

Titel: Tora, De onderwijzing van Mosje
Ondertitel: Uit het Hebreeuws vertaald
Vertalers: Lineke Buijs en Marianne Storm
Uitgever: Querido, Amsterdam 1994

Dit prestigieus uitgegeven boek (640 pagina's, fraai gebonden, veel wit op de pagina's en van een fraaie kaft voorzien) bevat een vertaling van de Tora, die volgens de flaptekst niet op basis van godsdienstige, maar van taalkundige uitgangspunten tot stand is gekomen. Veel van de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst zou in de vertaling bewaard zijn gebleven. En ja, wie zal de flaptekst ongelijk geven als men bijvoorbeeld veel onvertaalde woorden tegenkomt, omdat de vertaalsters kennelijk geen goed Nederlands equivalent konden vinden (zo blijft het Hebreeuwse woord elohiem onvertaald, omdat zij volgens hun uitgangspunten anders met goden hadden moeten vertalen?). Nu ben ik niet de eerste en waarschijnlijk ook niet de laatste die zijn staf over deze vertaling breekt. Eerlijk gezegd begrijp ik niet dat dit werkstuk uitgegeven kon worden, want men struikelt over de ongelukkig gekozen Nederlandse woorden, onbegrijpelijke zinsconstructies en onjuiste associaties.

De vertaalsters gaan al bij het eerste woord van de Tora de mist in. Het Hebreeuwse woord bereesjiet, meestal vertaald met 'in het begin', wordt weergegeven met 'eerst!' Daarmee wordt geheel voorbij gegaan aan de samenstelling van het Hebreeuwse woord uit be (met de betekenis 'in' of 'door') en reesjiet. Reesjiet is verwant met rosj, wat 'hoofd' betekent (Willem Barnard vertaalde bereesjiet met 'van hoofde aan'). Reesjiet betekent 'begin', maar ook 'beginsel', zodat men zelfs kan vertalen met 'in beginsel' (... schiep God de hemel en de aarde)! En dat is nu juist waarom het in de Tora gaat: God maakt niet alles kant en klaar, maar zo dat het zich verder ontwikkelen kan... Door de vertaling 'eerst' te nemen, gaat het beginselkarakter van de schepping geheel verloren en komt de nadruk te liggen op het lineaire tijdsaspect, dat in het Hebreeuwse denken juist een ondergeschikte rol speelt (de Hebreeuwse tijdsopvatting is meer ruimtelijk dan lineair). Helemaal curieus wordt deze vertaling met 'eerst' als de vertaalsters de Hebreeuwse gewoonte overnemen en het boek Genesis noemen naar het eerste woord (het boek Genesis heet in het Hebreeuws Bereesjiet). De naam van het boek in het Nederlands wordt dan ook met 'Eerst' weergegeven!

Wat te denken van de vertaling 'het land was er, bar en baar' in Eerst 1:2 (Genesis 1:2 dus!). De allitererende woorden 'bar en baar' zijn een poging de Hebreeuwse rijmwoorden tohoe wa-vohoe weer te geven, die vaak vertaald worden met 'woest en ledig'. Nu zijn er veel mogelijkheden om deze enigszins mysterieuze woorden te vertalen. 'Bar' is in dit verband een geschikt woord, maar wat hier in 's hemels naam de betekenis van 'baar' mag zijn...? Een draagbaar? Een staaf goud?

Wie een vreemde tekst in het Nederlands wil vertalen, moet niet alleen iets van de filologische eigenschappen van die tekst afweten, maar ook de gedachtewereld kennen waarin die tekst is ontstaan èn beschikken over een goed Nederlands taalgevoel waarmee onjuiste associaties vermeden en treffende associaties opgeroepen kunnen worden. Dat de vertaling in alle opzichten goed Nederlands oplevert, is niet altijd nodig en helemaal niet als het om een werkvertaling gaat die is bedoeld om de tekst verder van commentaar te voorzien. Maar de hier geboden vertaling is zelfs als werkvertaling vaak geheel zinloos. Wat bijvoorbeeld te denken van de vertaling van het vijfde gebod (Exodus 20:12) met 'maak je vader en moeder zwaar'? Het Hebreeuwse werkwoord kavad (zwaar zijn) betekent in de pi'eel-vorm 'eren' (vandaar de vertaling 'eer je vader en je moeder'). Als men de associatie met 'zwaar' of 'gewicht' wil vasthouden, kan men vertalen met 'ken je vader en je moeder gewicht toe'. Dat is weliswaar nog steeds ''Nederlands langs het randje'', maar geeft exact aan waar het omgaat (geen absolute gehoorzaamheid, maar wel serieus nemen!). De vertaling 'maak je vader en je moeder zwaar' is niet alleen slecht Nederlands maar bovendien geheel betekenisloos.

De gedachtewereld die het meest de oorspronkelijke gedachtewereld van het oude Israël en de Hebreeuwse Bijbel benadert, is de gedachtenwereld van het jodendom en speciaal die van de oude rabbijnen uit de tijd van Talmoed en Midrasj. Ook daarvan is in deze vertaling weinig tot niets te merken. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de weergave van de vierletterige naam, weliswaar slechts met medeklinkers, maar met als gevolg dat deze door veel lezers zal worden uitgesproken! Dat blijkt ook uit de vertaling van jom ha-sjabbat met 'dag van de viering', waarmee elke connectie met de concrete sjabbat verdwijnt. En wat te denken van 'slachtblok' voor 'altaar', alsof het bij het offeren alleen of voornamelijk om het slachten te doen was...

Alle bedenkelijke vertalingen in dit boek te bespreken zou meer dan een heel nummer van dit bulletin in beslag nemen. Het bovenstaande zij voldoende. In de leerhuizen waarin men de Hebreeuwse taal en het jodendom serieus wil nemen, kan men beter met andere vertalingen werken. Er zijn voldoende vertalingen van joodse zijde op de markt, die betere perspectieven op de Hebreeuwse tekst bieden.

Deze boekbespreking verscheen eerder in: Judaica Bulletin 8 nr. 4, juli 1995.
This is the website of Peter van 't Riet