Boekbespreking

Boekbespreking Lukas de Jood - Panc Beentjes - 1985
Streven, Cultureel Maatschappelijk Maandblad voor Nederland en Vlaanderen, Antwerpen, augustus

Dit boek voert een licht polemische ondertoon; het veronderstelt namelijk dat Lukas niet de Griek was waarvoor men hem in de gangbare exegese houdt. Tegen de opvatting in dat Lukas een christen was uit de heidenen, die schreef voor een publiek van heidenen of voor christenen uit de heidenen, proberen deze beide auteurs argumenten aan te dragen, die ervoor pleiten dat Lukas een jood was die schreef voor een joods publiek.

Zo'n uitdagende these roept een gretige leeshouding op; men wil zo snel mogelijk weten waarop de auteurs precies hun mening hebben gebaseerd. Afgezien van het punt of men het in alles met deze schrijvers eens kan zijn, dient te worden gesteld dat we niet alleen te maken hebben met een bijzonder creatief boek, maar ook met een prettig leesbaar geschreven publikatie. Het betoog wordt veelvuldig ondersteund met tabellen die erg functioneel en meestal ook interessant zijn. Slechts een enkele keer (o.a. bij tabel 9.3) had het gebodene inhoudelijk nog wat verder uitgewerkt kunnen worden; dat de auteurs precies hier hun lezers oproepen dat karwei zelf ter hand te nemen is jammer.

Naar mijn mening wordt ons een geslaagd type van synoptisch lezen gepresenteerd, dat o.a. voert tot de constatering dat 'de zee' een term is die Lukas overal in zijn evangelie weglaat uit de verhalen die hij van Marcus overneemt. In de Handelingen komt hij dan met een eigen 'theologische' invulling van de zee (pp. 81-92). Ook krijgt de lezer véél informatie over Farizeeën, Sadduceeën en Zeloten, zowel in het algemeen als toegesneden op de situatie in Lukas-Handelingen. Bijzonder geslaagd vond ik de analyse aangaande Johannes de Doper; het blijkt dat Mattheüs hem portretteert als Elia, Lukas daarentegen als Samuël. Het boek zit trouwens vol met dit soort interessante, exegetisch uiterst belangrijke waarnemingen.

Af en toe zijn er ook onjuistheden te signaleren. Zo is het citaat op p. 20 natuurlijk niet van Jesus Sirach, maar uit de Proloog van zijn kleinzoon. De Griekse vertalingen van Aquila en Theodotion mogen uiteraard nooit in de tweede eeuw na Chr. gedateerd worden (p. 20). De in Handelingen 13:1 genoemde Simon Niger hoeft niet weergegeven te worden met: 'de neger' (p. 130). Het mag ook 'zwart' zijn, ja zelfs een cognomen zonder bijbetekenis! Ook zoek ik nog steeds naar de juiste betekenis van de afkorting H.E. (p. 198) en tenslotte vraag ik mij af of het wel juist is te beweren dat 'de Zeloten de rol van Elia vervulden' (p. 177). In de literatuuropgave (pp. 201-203) had ik o.a. graag een verwijzing willen aantreffen naar: U. Busse, Das Nazareth-Manifest Jesu (SBS 91), Stuttgart, 1978. Het zijn uiteraard allemaal details, die het bijzonder boeiende betoog nauwelijks schade berokkenen. Het is naar mijn overtuiging een publikatie die men zeker eens ter hand moet nemen, al was het alleen maar vanwege zijn verfrissende afwisseling met traditionele theorieën.


This is the website of Peter van 't Riet