Vraag&Antwoord

Joodse feesten in het vierde evangelie (1) - Peter van 't Riet
Welk joods feest wordt bedoeld in Johannes 5:1?

Vraag: In Johannes 5:1 wordt vermeld dat Jezus opging naar Jeruzalem ter gelegenheid van een joods feest, maar dit feest wordt niet met name genoemd. Elders in het vierde evangelie wordt dit wel gedaan (bijv. Johannes 2:13; 6:4; 10:22). Waarom hier niet? Het vierde evangelie wordt wel het "evangelie van de (joodse) feesten" genoemd, maar belangrijke feesten zoals het Joodse Nieuwjaar (Rosj-Hasjana) en Grote Verzoendag (Jom Kippoer) lijken geheel te ontbreken. Hoe kan dat? Zou met het feest in Johannes 5:1 het Joods Nieuwjaar en/of Grote Verzoendag bedoeld kunnen zijn?

Antwoord: Dat zou op zich wel kunnen en deze stellingname wordt dan ook verdedigd door Aileen Guilding in haar uitdagende boek The Fourth Gospel and Jewish Worship (1960, p. 69 e.v.), waarbij zij de volgorde van Johannes 5 en 6 omdraait. Overigens werd in de oude kerk altijd aan het Pinkster- of Wekenfeest (Sjavoe'ot) gedacht. Guilding wijst er echter op dat in de joodse traditie de thema's van Sjavoe'ot gedeeltelijk weer terugkomen bij Rosj-Hasjana. Vandaar wellicht dat er ook bijbelgeleerden zijn die in het feest van Johannes 5:1 eerder Sjavoe'ot zien dan Rosj-Hasjana.

Persoonlijk vind ik het niet zo'n belangrijke kwestie. Het is nl. zeer de vraag of de auteur van het vierde evangelie het strikte schema van het joods-liturgische jaar heeft willen hanteren, waar moderne bijbelgeleerden zo vasthoudend naar zoeken. Ik betwijfel dat omdat de auteur ook in andere kwesties nogal losjes met zijn materiaal omgaat. Het feit dat hij het feest in Johannes 5:1 niet met name noemt, terwijl hij dat met andere feesten wel doet, is al een aanwijzing dat hij niet veel waarde gehecht heeft aan een relatie met een zeer bepaald feest. Waarschijnlijk ging het hem er meer om aan te geven dat het verhaal en de daarop volgende toespraak van Jezus zich afspelen in een typische Jeruzalem-context. De vermelding van het feest klinkt bijna als een excuus: zonder zo'n feest had Jezus immers in Jeruzalem niets te zoeken?

Ook het verhaal over de genezing op de sjabbat dat direct op Johannes 5:1 volgt, gaat wel over de vraag hoe de sjabbat in het algemeen moet worden gevierd (zie mijn boek Het evangelie uit het leerhuis van Lazarus, 1996, p. 263), maar is thematisch niet sterk aan een bepaald feest gebonden. Hoogstens is het motief van de zondenvergeving (5:14) te verbinden met de periode van 10 dagen van Rosj-Hasjana tot Jom-Kippoer. Maar dit motief wordt niet sterk aangezet. De thematiek die volgt in Jezus' toespraak vanaf 5:19 wijst hier en daar wel in de richting van Rosj-Hasjana als dag van het oordeel (Guilding, 1960, p. 69 e.v.). Rosj-Hasjana is dus wel een sterke kandidaat voor dit anonieme feest.


This is the website of Peter van 't Riet