Vraag&Antwoord

Messiasopvattingen (1) - Peter van 't Riet - 2017
Kan met de Messias zoon van Jozef en de Messias zoon van David dezelfde messias zijn bedoeld?

Vraag : In de Talmoed is er sprake van het concept Masjiach ben Joseef (de Messias de zoon van Jozef) en Masjiach ben Davied (de Messias de zoon van David). Is het vanuit het Jodendom bezien mogelijk dat dit dezelfde persoon zou zijn?

Antwoord : In Tenach is een masjiach aanvankelijk een actuele persoon die gezalfd (gewijd, geïnaugureerd) werd voor het uitvoeren van een publieke functie. Dat kan het priesterschap zijn of het koningschap. Het prototype van een gezalfde koning is David. In de vroege koningentijd is de verwachting dat zijn dynastie voor altijd op de troon van Israël zal zitten (zie bijv. 2 Samuel 7:29). Als het koninkrijk van David uiteen valt, ontstaat in de midden koningentijd de hoop dat er ooit weer een nazaat van David over heel Israël zal regeren (zie bijv. Amos 9:11-12). Weer later, in de late koningentijd, verschuift de nadruk van het voortzetten van de Davidische dynastie naar de idee van een rechtvaardige koning (zie bijv. Jesaja 9:1-6). Maar deze hoop en verwachting spelen zich in Tenach af binnen het normale verloop van de geschiedenis.

Na de Babylonische ballingschap, in de tijd van de Perzische overheersing, is er aanvankelijk nog de hoop dat Davids nazaat Zerubbabel en de hogepriester Jozua/Josjoea als twee gezalfden (zie Zacharia 4:14) een rol kunnen spelen in de wederopbouw van Jeruzalem en de tempel. Maar hoe het met Zerubbabel afliep is niet bekend en al spoedig ebt de idee van een zelfstandig koninkrijk Israël onder leiding van een Davidische gezalfde vrijwel geheel weg. De autonomie die de Perzen de joden toestonden was zo groot, dat er geen behoefte meer bestond aan een zelfstandig staatsverband van Israël. Dat veranderde door de veroveringen van Alexander de Grote, waardoor het land Israël in de hellenistische cultuurkring terecht kwam. De druk om zich aan te passen aan de hellenistische, syncretistische godsdienstige cultuur en levensstijl was groot en ging zelfs over in vervolging van het traditionele jodendom van die tijd. De Makkabeeënopstand was het gevolg. Dat is de periode waarin er weer messiaanse verlossingsideeën ontstaan, hoewel een messiasfiguur daarin lang niet altijd een rol speelt (zie bijv. Tobit 13).

In de tijd van de Romeinse bezetting van het land Israël (vanaf 63 vCJ) ontstaat een grote verscheidenheid aan messiasverwachtingen, eerst in de apocriefe boeken, later in het Nieuwe Testament en de rabbijnse literatuur. In feite wordt in al deze geschriften een bijdrage geleverd aan de joodse discussie over de aard van de messiaanse tijd en de eventuele rol die een messiasfiguur daarin zal spelen. Dominant is de Messias zoon van David, maar ook priesterlijke en profetische messiasfiguren komen voor. In de eerste eeuw worden die messiasverwachtingen vaak geprojecteerd op charismatische leiders die hun volgelingen tot revolutionaire acties aanzetten. De Farizeeën stellen daar matigende opvattingen tegenover. Zo leren zij dat eerst Elia moet komen, voordat de messiaanse tijd kan aanbreken (zie bijv. Markus 9:11). Met andere woorden, als Elia nog niet gekomen is hoeven we ook nog geen messias te verwachten.

In het kader van die discussie is zeer waarschijnlijk ook de gedachte aan een Messias zoon van Jozef of Efraïm ontstaan. Hij zou de tien verloren stammen van het noordelijke koninkrijk Israël eerst moeten terugbrengen alvorens de Messias zoon van David over heel Israël zou kunnen regeren. Dat proces wordt gezien als een grote strijd waarin de Messias zoon van Jozef als een lijdende knecht zal omkomen. Vooral in de tijd van Bar-Kochba (ca. 135 CJ) was deze opvatting populair. Maar de idee van een Messias zoon van Jozef moet al ouder zijn geweest. Bij Matteüs bijvoorbeeld zien we hoe de Messias zoon van Jozef en de Messias zoon van David ineen worden geschoven in het optreden en de dood van Jezus (zie bijv. paragraaf 4.3 van mijn boek Zonder Tora leest niemand wel en hoofdstuk 8 van mijn boek Lukas versus Matteüs). Maar dat is dan ook wel het enige voorbeeld dat ik ken van een duidelijke verstrengeling van deze twee verschillende messiasfiguren. Zelfs in het Nieuwe Testament is Matteüs de enige die dat zo duidelijk doet. In de rabbijnse literatuur, waarin de Messias zoon van Jozef overigens een bijkomstige rol speelt, is mij een dergelijke verstrengeling niet bekend.


This is the website of Peter van 't Riet