Vraag&Antwoord

Predestinatie (1) - Peter van 't Riet - 2015
Is het geen materiële predestinatie als de Talmoed stelt dat al voor de conceptie vast staat of een kind arm of rijk zal zijn?

Vraag : Ik lees in het 'Judaica Bulletin' van oktober 2015 een zinsnede van rabbijn Evers: 'Met het oog op materieel succes stelt de Talmoed: Voor de conceptie van een kind ligt het reeds vast of het kind arm of rijk zal zijn'. Zijn we daarmee niet beland bij een materiële predestinatie? Werkt dat geen passiviteit in de hand? En liggen dan alleen materiele zaken vooraf vast of ook andere aspecten als ziekte, dood et cetera? En verder: Onze kwade neiging wordt 'jeetser hara' genoemd. Hoe kom ik aan die neiging? Die is toch niet aangeboren?

Antwoord : In je vraag refereer je aan een artikel uit Judaica Bulletin 29.1 (oktober 2015, pag. 9) waarin staat: "Als ik er alleen voor mezelf ben [eerste helft van een uitspraak van Hilleel]. Dit refereert aan de studie van Tora en het najagen van mitsvot, wat het enige levensgebied vormt waar succes in direct verband staat met de geïnvesteerde moeite. Met het oog op materieel succes stelt de Talmoed: 'Voor de conceptie van een kind ligt reeds vast of het kind rijk of arm zal zijn' (Nidda 15a). Daarom gaat Hilleel verder: 'Als ik alleen voor mijzelf zorg (d.w.z. voor mijn fysieke behoeften) wat heb ik dan bereikt?' Met het oog op het spirituele welzijn zegt de Talmoed: 'alles is vooraf bepaald behalve ontzag voor G'd.' Dus als men niet vecht voor spirituele groei, zal men het niet bereiken." [Einde citaat]

Dit artikel is gebaseerd op een artikel van rabbijn R. Evers (zie noot 1 bij het artikel). De teneur van deze alinea is dat je relatie tot God voornamelijk bepaald wordt door Tora studeren en Tora doen, en niet door andere, zoals materiële zaken. De uitspraak "Voor de conceptie etc." (die overigens niet in bT Niddah 15a maar in 16b te vinden is) moet mijns inziens zo worden opgevat, dat vóór de conceptie de ouders al arm of rijk zijn en dat daarmee vastligt of het kind in een arm dan wel rijk gezin ter wereld komt. Daar kan het op dat moment niets aan doen. Maar om als volwassene een godvruchtig leven te kunnen leiden zal het zich moeten inspannen Tora te leren en Tora te doen.

De uitspraak "Alles is vooraf bepaald behalve ontzag voor G'd" is een enigszins vrije weergave van een uitspraak van rabbi Chelbo in de Talmoed: "Alle dingen zijn in de hand van Eeuwige behalve de eerbied voor de Eeuwige." Dat is geen oproep tot een passief predestinatie geloof, integendeel, maar geeft aan dat je alleen verantwoordelijk bent voor die zaken die je met behulp van de Tora echt kunt beïnvloeden. De rest kun je aan God overlaten.

Wat de jeetser hara betreft (ik vertaal liever met "de mogelijkheid tot het kwaad" dan met "de neiging tot het kwaad"), die is naar rabbijns inzicht inderdaad aangeboren, net zoals overigens de jeetser hatov, de mogelijkheid tot het goede. Een mens heeft de vrije keuze voor de ene dan wel de andere mogelijkheid te kiezen. Tora leert ons daarbij wat goed en kwaad is en hoe daarmee om te gaan.

P.S. Voor de vraag&antwoorden Tora en determinisme (1), (2) en (3).


This is the website of Peter van 't Riet