Antwoord : Joodse verhalen uit die tijd bevatten meestal wel historische noties, maar pretenderen niet het exacte historische verloop van gebeurtenissen weer te geven (dat laatste is een moderne invalshoek). Jezus is ongetwijfeld een historische figuur geweest, maar de evangelieverhalen over hem zijn niet in de eerste plaats bedoeld als biografisch in de zin van historisch echt gebeurd. Ze zijn veel meer als "theologisch" bedoeld, dat wil zeggen dat zij Jezus' betekenis voor zijn leerlingen, voor Israël en voor de wereld proberen duidelijk te maken. Abstracte betogen hadden in het toenmalige jodendom vrijwel altijd de vorm van een leerverhaal, of het nu gelijkenissen zijn of verhalen die historisch-biografisch lijken te zijn. De vraag is dus nooit: "Wat is er precies gebeurd?", maar altijd: "Waarom vertelt de verteller dit?" en: "Op welke vraag is dit verhaal een antwoord?". De historische benadering zet ons op het verkeerde been, waardoor we de belangrijkste vragen vaak over het hoofd zien.