Vraag&Antwoord

Gebedsgenezing (2) - Peter van 't Riet - 2014
Je stelt dat het jodendom geen genezing door rechtstreekse ingreep van God kent. Hoe zit dat dan met de genezing van Naäman door onderdompeling in de Jordaan? Was dat dan geen ingreep van God?

Vraag : Je stelt in Gebedsgenezing (1) dat het jodendom geen genezing door rechtstreekse ingreep van God kent. Maar hoe zit dat dan met de genezing van Naäman in 2 Koningen 5? Naäman deed uiteindelijk wat Elisa hem had opgedragen en werd na onderdompeling in de Jordaan toch genezen. De vraag rijst dan: door wie of wat? Was dit dan niet de rechtstreekse ingreep van God, zoals Naäman die verwacht had?

Antwoord : Het verhaal over Naäman de Syriër is geen moderne geschiedschrijving, maar een aggada, een verhaal over visies en zingeving. Historisch-medisch-biologisch gelezen levert het verhaal over de genezing van Naäman alleen maar onoplosbare vragen op. Maar zo hoef je het ook helemaal niet te lezen. Naäman was een niet-Israëliet. Zijn melaatsheid kun je zien als zijn heidense opvoeding, opvattingen en levenswijze die hem "aankleven". Om zich met de God van Tora en profeten te kunnen verbinden moest hij bereid zijn die ballast "van zich af te wassen" en een nieuw mens te (durven) worden. Aan het verhaal is niet interessant hoe hij werd genezen, maar waartoe hij werd genezen. In de ogen van de "hoge cultuur" (de rivieren van Damascus) daal je nu eenmaal af naar een "lage cultuur" (de wateren van Israël, zie vers 12) als je je als niet-jood intensief gaat bezighouden met Tora en profeten en als je je verbindt met het volk Israël. Je kunt Naäman zien als een "rolmodel" voor niet-joden die zich een joodse levensoriëntatie willen eigen maken.
 

 


This is the website of Peter van 't Riet